In de voorkamer (gastenkamer of mooie kamer) vindt men een open haard en bedsteden en verder veel gebruiksvoorwerpen uit de 19de en 20e eeuw.
We zien hier Westfriese kleding en hoofddracht, maar ook Chinees porselein en kinderspeelgoed uit die tijd.
Met name in de aangrenzende woonkamer krijgt U een indruk van de vroegere leefwijze in een goed florerende boerderij. In vroegere tijden was dit vertrek in de winter het woonvertrek. In de barre wintermaanden was dit de warmste kamer in de boerderij: met de haard, grenzend aan de hooiberg en met een houten spouwwand voor de buitenmuur.
Hier bereidde de boerin een deel van het eten en in de schoorsteen rookte ze de hammen en de worsten. In de twee bedsteden sliepen de boer, boerin en hun kinderen. Naast de buitenmuur is nog een originele bedstede. Omdat men half zittend sliep, zijn ze veel korter dan onze bedden nu. Op de beddeplank in de bedstee stonden het geldkistje en de po.
De bedstee
Achterin de bedstee is een houten krib, waarin de baby kon slapen. Vaak waren de matrassen en de kussens waar de boer en boerin op sliepen, gevuld met veren. Een veren matras was erg duur in de vorige eeuw: ongeveer honderd gulden. Een paard was goedkoper, tachtig gulden.
De meiden en de knechten sliepen in hun bedsteden heel wat minder zacht: namelijk op matrassen, gevuld met stro of het kaf van de haver.
Direct naast de haard zijn houten kasten waarin levensmiddelen werden bewaard.